|
|
Vraag en antwoord over Dolfijnen
Hoe slapen dolfijnen?
Dolfijnen moeten (waarschijnlijk) bij bewustzijn blijven om te ademen. Dit betekent dat ze niet volledig in een diepe slaap mogen raken, omdat ze anders zouden stikken. Dolfijnen hebben dit "opgelost" door slechts 1 hersenhelft tegelijk te laten slapen. Dit is ontdekt met behulp van EEG onderzoeken. Op deze manier slapen dolfijnen zo'n 8 uur per dag. Recent onderzoek heeft aangetoond dat dolfijnen 1 oog open hebben als ze slapen. De toestand van een oog (open of dicht) blijft ongeveer een uur aanhouden, waarna het open oog dicht gaat en het dichte oog open.
REM (Rapid Eye Movement) slaap, dat in verband gebracht wordt met dromen, is slechts hoogst zelden geconstateerd bij dolfijnen. Volgens sommige onderzoekers komt REM sleep helemaal niet voor bij dolfijnen.
Het gedrag van een dolfijn tijdens het slapen hangt af van de omstandigheden en mogelijk ook van persoonlijke voorkeuren. De volgende gedragingen zijn bekend:
langzaam zwemmen en af en toe aan het oppervlak komen om adem te halen aan het oppervlak rusten, met het blaasgat (ademgat) boven water in ondiep water op de bodem liggen en af en toe naar het oppervlak stijgen om te ademen
Hoe intelligent zijn dolfijnen?
Het korte antwoord hierop is dat we dat niet weten. Er is al geen betrouwbare methode om intelligentie te meten voor mensen uit verschillende culturen, dus het is niet vreemd dat het onmogelijk is mensen, dolfijnen, apen, honden enz. te vergelijken. Er zijn wel wat aanwijzingen dat ze een zekere intelligentie hebben. Ze kunnen snel leren en ze kunnen goed generalizeren (maar dat kunnen apen en varkens ook). Bovendien kunnen ze opdrachten in een gestructureerde taal begrijpen (evenals bijvoorbeeld mensapen).
Wat zijn de verschillen tussen de hersenen van mensen en van dolfijnen?
Walvissen en dolfijnen hebben grote hersenen. De meeste onderzoekers zijn van mening dat het gewicht van de hersenen wel gezien moet worden in relatie tot het lichaamsgewicht. Soms wordt de directe verhouding tussen hersengewicht en lichaamsgewicht gebruikt, maar vaak wordt nu het zogenaamde Encephalisatie Quotient (EQ) gehanteerd. Dat wordt als volgt berekend:
EQ = hersengewicht / (0,12 * (lichaamsgewicht (2/3)))
(hersengewicht, gedeeld door 0,12 maal het lichaamsgewicht tot de 2/3de macht). In deze formule moet de hersen- en lichaamsgewichten in grammen uitgedrukt worden. Voor tuimelaars licht het EQ tussen de 4 en 5, voor de zwaardwalvis (orka) tussen de 2,5 en 3, en voor mensen tussen de 6,5 en de 7,5.
Echter, de structuur van de dolfijnenhersenen is heel anders dan die van de meeste landzoogdieren. Er is een grote overeenkomst met de hersenstructuur van de zogenaamde archetypische zoogdieren, zoals egels en vleermuizen (zoogdieren, waarvan de hersenstructuur weinig veranderd is sinds het midden van het Tertiair)
De voorouders van dolfijnen en walvissen keerden zo'n 50 tot 70 miljoen jaar geleden terug naar de zee. (Vermoedelijk hebben de vleermuizen in dezelfde periode het luchtruim gekozen). In hun aanpassingen aan het leven in de zee hebben ze kennelijk de karakteristieke eigenschappen van de hersenen van de primitieve zoogdieren uit die tijd behouden. In walvisachtigen is de neocortex sterk vergroot, maar zonder de vergaande differentiatie in 6 lagen die karakteristiek is voor landzoogdieren. De grootste verschillen zijn:
een dunne neocortex (ongeveer 1,5 mm, bij mensen is dat 2,9 mm) een nogal homogene structuur van de cortex een lage graad van differentiatie tussen de lagen van de cortex en tussen de cellen een sterke ontwikkeling van de (oudere) lagen I en VI geringe ontwikkeling van de lagen II, III en IV (die in landzoogdieren juist sterk ontwikkeld zijn) de neuronen (zenuwcellen) hebben relatief weinig dendrieten (uitlopers) en die zijn slechts zwak vertakt.
Hoe communiceren dolfijnen en hebben ze een eigen taal?
Dolfijnen communiceren hoofdzakelijk door middel van geluiden: fluittonen, maar ook zogenaamde gepulseerde geluiden, die vaak omschreven worden als kraken, knarsen, blaffen enz. Maar ze gebruiken ook breaching (uit het water springen en zijwaarts met een harde klap op het water vallen), en op het water slaan met de borst- of staartvin als communicatiemiddel. Daarnaast kunnen ze ook door middel van lichaamstaal (houding) en met de kaken klappen communiceren. Er zijn nog wel meer manieren.
Wat betreft de taal: we weten niet of ze die hebben. Verschillende studies hebben wel aangetoond dat dolfijnen een gestructureerde taal zoals de onze kunnen begrijpen. Hetzelfde is ook aangetoond voor andere diersoorten (gorilla, bonobo, chimpansee, Californische zeeleeuw en de papegaai (de grijze roodstaart)). Somminge studies geven ook aan dat dolfijnengeluiden in principe complex genoeg zijn om een vorm van taal te ondersteunen. Maar, tot op heden is nog niet aangetoond, dat dolfijnen een taal gebruiken om onderling te communiceren.
Hoe werkt de sonar van dolfijnen?
Dolfijnen (en andere tandwalvissen) produceren hoogfrequente klikken. Wanneer een klik een voorwerp tegenkomt, dan zal een deel van dat geluid teruggekaatst worden naar de zender. Door te luisteren naar deze echo en de tijd te bepalen die verstreken is tussen het versturen van de klik en het terugkomen van de echo kan een dolfijn de afstand tot het voorwerp bepalen. (Daarom wordt sonar ook wel echolocatie genoemd: met informatie uit de echos kan een dolfijn de locatie van een voorwerk bepalen). Afhankelijk van het materiaal van het voorwerp kan een deel van het geluid doordringen in het voorwerp en terugkaatsen via interne structuren. Als het voorwerp een vis is, dan zal een deel van geluid terugkaatsen van de huid, een deel van de graten en inwendige organen en tenslotte van de huid aan de andere kant. Een klik kan dus meerdere (zwakke) echos geven en dit geeft een dolfijn wat informatie over de structuur van de vis. Door het hoofd heen en weer te bewegen en zo klikken op verschillende delen van de vis te richten kan een dolfijn een grof beeld krijgen van de grootte en de structuur van de vis.
Het principe is hetzelfde als dat van een medische ultrasone scanner, maar de resultaten zijn minder helder. De scanner van het medische apparaat kan veel sneller heen en weer bewegen dan het hoofd van een dolfijn en bovendien is de frequentie van het geluid veel hoger. Hoe hoger de frequentie (en dus hoe korter de golflengte) van het geluid, hoe kleiner de details die je kunt waarnemen.
Kunnen dolfijnen wat ze waarnemen met hun sonar en wat ze zien combineren?
Kort gezegd: ja, dat kunnen ze. Net zoals mensen een voorwerp kunnen visualiseren door het te betasten kunnen dolfijnen zich een beeld vormen van het voorwerp door het te "bekijken" met hun sonar. Omgekeerd kunnen ze ook voorwerpen herkennen met hun sonar die ze daarvoor alleen maar konden zien. Onduidelijk is of sonar informatie visualiseren of juist een beeld omzetten in een geluidsbeeld. Deze zogenaamde cross-modale overdracht is tot nu toe voor slechts weinig diersoorten aangetoond: de tuimelaar en de Californische zeeleeuw.
Kunnen dolfijnen kleuren zien?
Om kleuren te kunnen zien moet het netvlies (retina) tenminste 2 verschillende types kegeltjes hebben, met gevoeligheden voor verschillende kleuren. De meeste zoogdieren hebben 2 types kegeltjes: L-kegeltjes (gevoelig voor licht met een lange golflengte, rood tot groen) en S-kegeltjes (gevoelig voor licht met een korte golflengte, blauw tot violet of bijna ultraviolet). Mensen en een paar andere primaten hebben 3 types kegeltjes, waardoor ze beter kleuren kunnen onderscheiden. Slechts een paar soorten landzoogdieren hebben maar 1 type kegeltje en die zijn dus vrijwel kleurenblind. Dit zijn allemaal nachtdieren.
Walvissen en dolfijnen (evenals zeehonden en zeeleeuwen) hebben maar 1 type kegeltje: de L-kegeltjes. Hoewel deze kegeltjes wat gevoeliger zijn voor licht met korte golflengtes dan de L-kegeltjes van landzoogdieren, zijn ze toch vrijwel ongevoelig voor blauw licht. En omdat ze dus maar 1 type kegeltje hebben zijn zeezoogdieren vrijwel kleurenblind. In theorie is het mogelijk dat er een zeer beperkte vorm van kleuronderscheiding is onder bepaalde lichtomstandigheden, wanneer zowel de staafjes als de kegeltjes actief zijn.
Wat eten dolfijnen en hoeveel eten ze?
Tuimelaars eten verschillende soorten vis, zoals harder, makreel, haring en wijting, en inktvis. De samenstelling van hun dieet hangt sterk samen met het gebied waarin ze leven en met het seizoen. De hoeveelheid vis die ze eten hangt af van de soorten vis die ze eten. Makreel en haring zijn doorgaans erg vet, hebben daarom een hogere calorische waarde, terwijl inktvis juist heel weinig energie oplevert. Dus om dezelfde hoeveelheid energie (joules, calorieen) binnen te krijgen moet een dolfijn veel meer eten als hij veel inktvis eet, dan wanneer hij hoofdzakelijk makreel of haring eet. Een volwassen dolfijn eet gemiddeld 4 tot 9% van zijn lichaamsgewicht in vis, dus een dolfijn van 250 kg zal zo'n 10 tot 22 kg vis per dag eten.
Hoe oud kunnen dolfijnen worden?
De maximale leeftijd voor tuimelaars is tussen de 40 en 50 jaar. De gemiddelde leeftijd (de levensverwachting) van een dolfijn kan afgeleid worden van het zogenaamde jaarlijkse overlevingspercentage (Annual Survival Rate, of ASR). Dat is het percentage van een groep dolfijnen, dat een jaar later nog in leven is). Voor de dolfijnenpopulatie in Sarasota Bay, Florida, is de ASR 0,961 (96,1%). Dit betekent een levensverwachting van ongeveer 25 jaar. Voor de populatie in de Indian/Banana River in Florida is de ASR tussen de 0,908 en 0,931. Dat betekent een levensverwachting tussen de 10,3 en 14 jaar. De levensverwachting verschilt dus per gebied.
Hoe zijn dolfijnen geevolueerd?
De vroegste herkenbare walvisachtigen leefden zo'n 50 miljoen jaar geleden. Ze zijn ontstaan uit de Mesonychiden: grote landzoogdieren, waarvan sommige vleeseters waren en andere planteneters. De vroegste walvisachtige behoorden tot de nu uitgestorven familie Archaeoceti (de bekendsten hiervan zijn Zeuglodon en Basilosaurus). 38 tot 25 miljoen jaar geleden verdwenen de Archaeoceti en ze werden opgevolgd door de vroege Odontoceti (tandwalvissen) en Mysticeti (baleinwalvissen). De eerste dolfijnen verschenen in het late Mioceen, ongeveer 11 miljoen jaar geleden.
De naaste verwanten van de walvisachtigen zijn de Ungulata (hoefdieren). Dit werd onder andere bepaald aan de hand van de structuur van bepaalde eiwitten. Walvisachtigen zijn waarschijnlijk het nauwts verwant aan het nijlpaard (Ursing & Arnason, 1998)
Hoe kan je contact hebben met wilde dolfijnen?
Als je zwemt, snorkelt of vaart in bepaalde gebieden kan je wilde dolfijnen tegenkomen. Houdt er rekening mee dat het in bepaalde landen, waaronder de Verenigde Staten, illegaal is om dolfijnen direct te benaderen. Als dolfijnen vrijwillig naar je toekomen en contact zoeken, dan is dat meestal wel toegestaan. Stel je altijd op de hoogte van de plaatselijke wetgeving met betrekking tot interacties met wilde dieren!
In verschillende gebieden zijn er rederijen die je per boot mee kunnen nemen naar gebieden waar je een goede kans hebt om dolfijnen te zien (Florida, Bahamas, Hawaii, maar ook Noorwegen en IJsland). Een waarschuwing: er zijn rederijen, die geprobeerd hebben dolfijnen te lokken door ze te voeren. In de VS is dat illegaal en het is bovendien zeer ongewenst, want het veranderd het gedrag van de dolfijnen. Er zijn nu rederijen die vogelvoedertochten aanbieden. Deze tochten vinden vaak plaats in gebieden waar dolfijnen voorkomen en zijn een poging om het verbod op het voeren van dolfijnen te omzeilen. Maak geen gebruik van deze rederijen. Merk ook op dat er aanwijzingen zijn dat het zwemmen met wilde dolfijnen het gedrag van die dolfijnen kan beinvloeden
Waarom stranden walvissen en dolfijnen?
Als een enkele walvis of dolfijn strandt, dan gaat het meestal om een erg ziek (en uitgeput) dier. Vaak heeft zo'n dier infecties (bijna altijd een longontsteking) en veel parasieten (wormen in de luchtwegen komen veel voor). Soms kunnen zulke dieren in een opvangcentrum herstellen, maar vaak zijn ze al zo ziek, dat ze het niet halen.
Sommige soorten walvissen en dolfijnen stranden zo af en toe in grote groepen. Meestal noemt men de stranding van 2 of meer dieren tegelijk een massa-stranding. Er zijn verschillende theorieen die proberen een verklaring te geven voor die massa-strandingen. Geen enkele theorie kan echter alle strandingen adequaat verklaren. In sommige gevallen is er een combinatie van omstandigheden die geleid heeft tot de stranding. De bekendste verklaringen zijn:
soorten die normaal gesproken in diep water leven (de meeste massa-strandingen zijn van diep-water soorten) kunnen met hun sonar zachtglooiende zandstranden niet "zien". Ze merken het strand pas op als ze al bijna aan de grond gelopen zijn en stranden dan in paniek volledig.
walvissen en dolfijnen gebruiken mogelijk het aardmagnetisch veld om te navigeren. Als het magnetisch veld verstoord is (en dat komt op een aantal plaatsen voor) kunnen de dieren de weg kwijt raken en aan de grond lopen. in sommige sterk sociale soorten kan het zijn dat wanneer de leider van de groep ziek wordt en aanspoelt, de andere leden van de groep in de buurt blijven en dan eveneens stranden..
Hoe diep kan een dolfijn duiken?
De diepste duik die ooit door een tuimelaar gemaakt is, is 300 meter. Die diepte werd bereikt door Tuffy, een dolfijn die getraind was door de marine van de VS. Maar waarschijnlijk duiken dolfijnen doorgaans niet zo diep. Veel tuimelaars leven juist in tamelijk ondiep water. In Sarasota Bay, Florida, brengen tuimelaars een groot deel van hun tijd door in water dat minder dan 2 meter diep is.
Andere soorten walvissen en dolfijnen kunnen veel dieper duiken dan tuimelaars. De griend (Globicephala melaena) kan minstens 600 meter diep duiken en de potvis (Physeter macrocephalus) is wel eens verstrikt in kabels op de zeebodem op meer dan 900 meter gevonden. Recent onderzoek naar het gedrag van belugas (Delphinapterus leucas) heeft aangetoond dat die regelmatig naar zo'n 800 meter diepte duiken. De diepste duik van een beluga was naar 1250 meter.
Hoe snel kan een dolfijn zwemmen?
De gemiddelde kruissnelheid van een dolfijn (de zwemsnelheid die langere tijd volgehouden kan worden) is ongeveer 3 tot 3,5 m/s (6 to 7 knopen, of 11 tot 12,5 km/uur). Maximaal halen ze op de langere afstand 4,6 m/s (16,5 km/uur). Als ze sneller zwemmen, dan springen ze vaak uit het water (in het engels noemt met dat porpoising). Door te springen besparen ze energie. Gevolgd door een speedboot zijn zwemsnelheden gemeten tot 7,3 m/s (26,3 km/uur). Die snelheid konden de dolfijnen zo'n 1500 meter volhouden, steeds uit het water springend.
Energetisch onderzoek heeft aangetoond, dat de meest efficiente zwemsnelheid voor dolfijnen tussen de 1,67 en 2,27 m/s (6,0 tot 8,2 km/uur) ligt.
Er zijn wel verhalen over dolfijnen die veel sneller zwommen, maar hierbij gaat het meestal om dolfijnen die meerijden op de boeggolf van een snelvarende boot. In feite reden ze gratis mee (hun snelheid ten opzichte van het hun omringende water was niet zo hoog). Een recente studie, gebaseerd op de verticale snelheid voor een hoge sprong, gaf aan dat de maximum snelheid voor tuimelaars 8.2-11,2 m/s (29,5-40,3 km/uur) is. De hoogste snelheid voor wilde tuimerlaars was 5,7 m/s (20,5 km/uur) en voor gewone dolfijnen 6,7 m/s (24,1 km/uur).
Waar kan je dolfijnen vinden?
Walvissen en dolfijnen kan je in vrijwel elke zeen en oceaan vinden, vanaf de IJszee, via de tropen tot aan Antarctica. Iedere soort heeft echter zo zijn eigen voorkeuren voor een leefgebied. Sommige leven alleen in koud water, anderen alleen in het tropische deel van de oceanen. Andere soorten passen zich makkelijk aan en die vind je dan ook in veel verschillende gebieden, zoals de tuimelaar, de zwaardwalvis en de potvis.
Kunnen dolfijnen in zoet water leven?
Er zijn een aantal dolfijnensoorten die in zoet water leven. Dat zijn allen leden van de rivierdolfijnen families. Het zijn: de Platanistidae (Ganges- en Indusdolfijnen), de Iniidae (de Orinocodolfijn) en de Pontoporiidae (de baiji (Chinese vlagdolfijn) en de La-Platadolfijn). Er is 1 soort, die zowel in zoet water (de Amazone) en in zeewater voorkomt: de Amazonedolfijn (Sotalia fluviatilis).
In het algemeen houden zoutwatersoorten het niet lang uit in zoet water. Ze kunnen zich wel een tijdje in leven houden, maar na verloop van tijd raken ze uitgeput omdat ze in zoet water minder drijfvermogen hebben dan in zout water. Na verloop van tijd beginnen ze ook te vervellen (net zoals mensen die te lang in bad gezeten hebben).
Hoe komen dolfijnen aan water?
De meeste dolfijnen leven in de zee en zeewater is te zout om te drinken. Als ze zeewater zouden drinken verliezen ze meer water om het overtollige zout kwijt te raken dan ze gedronken hadden. Het meeste water betrekken ze uit hun voedsel (vis en inktvis). Ook komt er water vrij bij de verbranding van vet. Hun nieren zijn aangepast om zo veel mogelijk water vast te houden. Hoewel ze in water leven, leven ze eigenlijk als woestijndieren, omdat ze geen directe drinkwaterbron hebben
|
|
|